Er is veel gebeurd rond studentenhuisvesting. De uitwonende studentengroep in de stad is eerst snel gegroeid, maar neemt nu door de invoering van het sociaal leenstelsel in omvang af. SSH& heeft flink bijgebouwd en de kamermarkt ontspant iets, maar het blijft krap. Internationale studenten worden steeds belangrijker voor de stad. Desondanks wordt op lange termijn een lichte krimp van het aantal in Nijmegen wonende studenten verwacht.
De SSH& als institutionele verhuurder heeft de laatste jaren veel eenheden toegevoegd, met meer nadruk op zelfstandige eenheden. Dat is kwalitatief in lijn met de voorkeuren. Analyse laat zien dat Nijmegen eigenlijk erg ruim zit in de kamers met gedeelde voorzieningen en erg krap in de huisvestingsmogelijkheden met meer zelfstandigheid (eenkamerwoningen, zelfstandig wonen).
Kwantitatief is het een antwoord op de sterke groei van aantal studenten aan het Nijmeegse WO en vooral het HBO. Hierdoor groeide ook het aantal uitwonende studenten in de stad (van 15500 in 2008/09 tot bijna 19000 in 2014/15, +22%). Hierdoor kenden de stad een “zeer krappe” markt voor studentenhuisvesting tot aan het studie jaar 2015/2016.
Door meer aanbod maar vooral ook een dalend aantal studenten dat hier komt wonen (invoering “sociaal leenstelsel”) neemt de spanning op de Nijmeegse markt voor studentenhuisvesting (zowel SSH& als particulier) in het studiejaar 2016/2017 wat af, maar geldt niettemin nog steeds als “krap”.
Hoewel de woonlasten voor studenten hier met 400 euro per maand iets onder het gemiddelde van 440 euro in alle studiesteden liggen, blijft het opmerkelijk om te zien dat studenten 45-50% van hun inkomen kwijt zijn aan woonlasten. Desondanks willen de uitwonenden studenten in Nijmegen toch wel meer geld uitgeven aan wonen (+10%).
De particuliere kamerverhuurmarkt staat de laatste jaren in de aandacht, als verdienmodel van kleinere beleggers maar ook als punt van zorg voor de leefbaarheid van sommige wijken. Door de kentering in het aantal uitwonenden in de stad en de groei van het SSH&-bezit lijkt het dat sinds de top in 2014/15 de vraagdruk op de particuliere kamermarkt wat af kan nemen.
Figuur: Aantal uitwonende studenten in Nijmegen en indicatie SSH& bezit en overige kamermarkt.
De invoering van het nieuwe studiefinancieringsstelsel heeft wat betreft het aantal studerenden en de keuze van studiestad geen grote gevolgen gehad. Wél aanzienlijk zijn de effecten op het “op kamers gaan” van vooral bachelorstudenten. Dit aandeel is landelijk in 2016/17 ten opzichte van 2014/15 gedaald met 25-30%. Het CBS noteert in 2017 32% minder vestiging van 17-21 jarige in studiesteden dan in 2014. In Nijmegen is dat 28% minder. Bij de masterstudenten is het effect op het huisvestingsgedrag nog gering. Voor de verdere toekomst worden ook onder die groep effecten verwacht op het uitwonend zijn.
In de komende jaren tot 2024/25 wordt een bescheiden groei verwacht van 1% in het aantal studerenden in Nijmegen (WO en HBO). In het aantal uitwonende studenten wordt een daling van maximaal 1500 (-8%) verwacht.
De verwachting is dat in Nederland en ook in Nijmegen op termijn het aantal studenten zal afnemen. Dit komt door demografische krimp van de groepen waaruit HBO en de WO-studenten voortkomen. Internationalisering is een optie om deze krimp op te vangen. Op dit moment kent Nijmegen al 2660 (6,5%) internationale voltijdstudenten. Daarnaast zijn er 640 studenten (1,6%) die hier voor een korte periode studeren. Wel flinke aantallen, maar in vergelijking met andere studiesteden niet bijzonder hoog.
Voor de toekomst wordt een doorgroei verwacht naar mogelijk 4000 internationale voltijdstudenten en ongeveer vergelijkbare relatieve groei van het aantal “studiepuntmobiele studenten” naar 880 in het eerste semester. Ondanks deze internationale groei verwacht ABF dat het aantal uitwonende studenten in Nijmegen in 2024/25 2% lager ligt dan in 2016/17.