minder scheefwoners, woonlasten huurders lopen op
Nijmegen kent veel huishoudens met lage inkomens. Daar staat weer tegenover dat de stad ook veel goedkopere huurwoningen kent, meestal van woningcorporaties. In Nijmegen is 41% van de voorraad een corporatiewoning, landelijk 30%). Er zijn in de stad vrijwel evenveel huishoudens die in de doelgroep sociale huurwoningen vallen als er corporatiewoningen zijn.
Van de 31400 corporatiewoningen zit zo’n 95% onder de liberalisatiegrens van 711 euro. Deze cijfers zijn door de tijd heen tamelijk constant. Minder constant is het aantal zeer goedkope woningen (< 410). Dat loopt vanaf 2009 terug, maar die daling stabiliseert wel in het laatste jaar. Het aantal betaalbare woningen (tussen 410 en 629 euro per maand) neemt de laatste jaren toe van 20.000 medio 2014 tot 21500 in juli 2016. De groep corporatiewoningen rond de liberalisatiegrens vertoont al wat langer een groei en omvat in 2016 ruim 13% van het bezit.
Figuur: Corporatievoorraad Nijmegen naar huurprijs.
Corporatiehuurders vaak passend gehuisvest
De Nijmeegse corporatiehuurders zijn meestal passend gehuisvest (76%). Het percentage huishoudens dat met een te hoog inkomen in een woning onder de liberalisatiegrens woont, is met 11,8% lager dan de 13,5 in Nederland gemiddeld. Duur scheefwonen komt ook wat minder voor dan landelijk, maar het verschil is verwaarloosbaar. Het te goedkoop wonen neemt af, het te duur wonen neemt wat toe.
In de particuliere huur is de scheefheid groter. In die sector is in Nijmegen 60% passend gehuisvest, tegen ruim 65% landelijk.
Woonquotes huurders en eigenaren bewegen zich uiteen
De woonquotes van huurders en kopers lopen na 2009 uiteen. Huurders zijn steeds meer van het huishoudensinkomen kwijt aan huur. Bij eigenaren neemt het woonaandeel in het inkomen al langere tijd af.
Daar staat wel tegenover dat het bij huurders ook vaak gaat om kleine huishoudens. 60% van de huurders in zelfstandige woningen zijn éénpersoonshuishoudens en slechts 9% is een “standaard”gezin (paar met kind(eren)). In de koopsector is de laatste groep nog steeds de grootste categorie (37% van de huishoudens in koopwoningen) en is slechts een kwart alleenstaand.
Figuur: Netto woonquotes van huishoudens in de huur en koopsector. Bron: Woononderzoek/Citavista.
Aandeel huishoudens in corporatiewoningen met betaalrisico
Ongeveer 15% van de huishoudens in corporatie woningen kende in 2015 een betaalrisico. Dat betekent dat het inkomen te laag is om aan alle uitgaven te voldoen. Dit percentage is vrij constant en verschilt nauwelijks van landelijk. Ten opzichte van de vergelijkingssteden is de Nijmeegse score relatief gunstig, maar de verschillen zijn klein. Alleen Leiden en Eindhoven kennen een lager percentage corporatiehuurders met betaalrisico’s. Enschede en Arnhem kennen met 21 en 18% juist wat meer huishoudens met betaalrisico’s in corporatiewoningen.