Het sociale domein bestaat uit subdomeinen als zorg, werk, inkomen en jeugd. Deze module bevat bevindingen over de stapeling van het gebruik van voorzieningen uit deze subdomeinen. Groot is de mate van concentratie: een klein deel van de huishoudens legt beslag op een groot deel van de voorzieningen.
Inleiding
Sinds enige jaren werkt O&S aan de verbetering van de kennis omtrent het gebruik van regelingen in het sociale domein. Het doel is om de kennis over het gebruik van regelingen afzonderlijk te verbeteren, maar ook het samenhangend gebruik en de bijbehorende cliëntengroepen. Hiertoe zijn van een groot aantal, hoofdzakelijk gemeentelijke, registraties de gegevens in één bestand bij elkaar gebracht en gekoppeld, in het Sociaal Statistisch Bestand (SSB).
In deze Stads- en Wijkmonitor zijn de gegevens verwerkt uit het SSB 2016 Ze geven een beeld van het gebruik van 18 regelingen in 2015, d.w.z. van de omvang en differentiatie hierin en van de gebruikersgroepen. Een totaaltelling komt uit op zo’n 60.000 keer “gebruik” of “cliëntrelaties”, d.w.z. het aantal keer dat inwoners van Nijmegen voorkomen in deze 18 registraties in het sociale domein (zorg, werk, inkomen, jeugd).
Regelingen binnen het sociaal domein
De grootste aantallen cliënten zijn de groepen die gebruik maken van de inkomensregelingen (participatiewet, kwijtschelding gemeentelijke belastingen, collectieve aanvullende verzekering en bijzonder bijstand). Voor elk van deze regelingen waren 6000 tot 9000 cliënten bekend (waarbij veel cliënten van meer dan een regeling gebruik maken). Vervolgens zijn binnen de zorg de aantallen Wmo-cliënten hoog (samen meer dan 11.000) alsmede de aanmeldingen in 2015 bij het sociaal wijkteam (3700). De aantallen binnen de categorie werk zijn wat geringer (bijv. 2000 bij het Werkbedrijf), alsmede bij de voorzieningen voor jeugd. Niettemin bevinden zich daarbinnen meer dan 3000 cliënten Jeugdhulp en 1800 jeugdigen die geregistreerd stonden bij bureau Leerplicht.
Stapeling gebruik voorzieningen
Twee derde van de Nijmeegse huishoudens (peildatum 1 januari 2016) komt niet voor in deze registraties, bijna een derde wel. Hierbij is er een sterke mate van stapeling, d.w.z. dat veel personen en huishoudens van meerdere regelingen gebruik maken en ook dat een relatief klein aandeel van de huishoudens een groot deel van het gebruik bepaalt (4% van de huishoudens maakt aanspraak op meer dan 40% van de regelingen). Het gebruik van (sociale) voorzieningen is ongelijk verdeeld. Het volgt het sociaal economisch profiel van de bevolking. Tot de huishoudens met stapeling horen naar verhouding veel eenoudergezinnen en huishoudens van niet-westerse komaf, en veel meer mensen uit huur- dan koopwoningen. Hiermee hangen duidelijke gebiedsconcentraties in de aandachtswijken samen. In de stadsdelen Nijmegen-Oud-West en Dukenburg is het percentage huishoudens met stapeling van regelingen (5 of meer) het hoogst (6 à 7%), gevolgd door Nijmegen-Zuid, Nijmegen-Nieuw-West en Lindenholt (4 à 5%).
Figuur: Cliënten sociaal domein 2016
Figuur: Concentratie gebruik voorzieningen 2016
Figuur: Concentratie voorzieningengebruik naar wijk
Voorbeelden stapeling; waar maken cliënten Wmo en jeugdhulp nog meer gebruik van?
De stapeling kan als volgt verder worden toegelicht: binnen meer dan 13.000 huishoudens wordt (door een of meerdere personen) gebruik gemaakt van meer dan één regeling. Meestal (voor tweederde) zijn dat regelingen binnen één van de subdomeinen zorg of inkomen en vervolgens jeugd en werk. Bij zo’n 7500 huishoudens is er sprake van voorzieningen binnen meer dan een van deze subdomeinen. De combinatie zorg- en inkomensvoorzieningen komt het vaakst voor (meer dan 3000).
Welke combinaties van voorzieningengebruik passen de cliënten Wmo en Jeugdhulp zoals toe? Op basis van het SSB 16 zijn de volgende voorbeelden te geven:
- Bij huishoudens waarin sprake is van Wmohulpmiddelen en/of huishoudelijke hulp is meer dan de helft sprake van meerdere regelingen. Veel huishoudens uit deze groep doen mee aan de collectieve aanvullende verzekering (24%), ontvangen bijzondere bijstand (20%) of genieten kwijtschelding van belasting (17%). Verder ontvangt 16% van deze Wmo-oude stijl huishoudens ook ondersteuning vanuit de “nieuwe” gemeentelijke Wmo-taken begeleiding of beschermd wonen.
- Bij de huishoudens die vanuit de Wmo ondersteuning krijgen in de vorm van begeleiding of beschermd wonen heeft het overgrote deel te maken met meerdere regelingen (56%). Hierbij horen meerdere financiële regelingen, zoals de uitkering vanuit de participatiewet (bijstand, 25%), de collectieve aanvullende verzekering (31%), de bijzondere bijstand (41%) en de kwijtscheldingsregeling (29%). Bijna een derde maakt bovendien ook gebruik van de Wmo oude stijl (hulpmiddelen en/of huishoudelijke hulp). Een niet onaanzienlijk deel (9%, is ook bekend vanuit de WSW.
- In de huishoudens waarin jeugdhulp wordt toegepast is voor meer dan de helft sprake van meerdere registraties. Afzonderlijke regelingen die in huishoudens met jeugdhulp relatief vaak voorkomen zijn de uitkering uit de participatiewet, de bijzondere bijstand, de kwijtscheldingsregeling, Wmo beleiding/beschermd wonen, en vooral bemoeienis vanuit leerplicht (bij 18% van de jeugdhulphuishoudens).