De 10 sociale wijkteams hebben de afgelopen jaren een grote toeloop gehad, in 2017 aanmerkelijk groter was dan in 2016. Niettemin zijn de teams nog bij meer dan de helft van de bevolking onbekend, hetgeen ook geldt voor de Stips (steunpunten voor advies en informatie). Uit de Stadspeiling 2017 blijkt dat van degenen die van sociale wijkteams en Stips hulp hebben gehad daar tweederde tevreden of zeer tevreden over was.
Stips en sociale wijkteams in elk van de stadsdelen
De eerste sociale wijkteams in Nijmegen zijn in 2012 van start gegaan. Sinds begin 2015 zijn voor alle stadsdelen in totaal 10 sociale wijkteams werkzaam. Organisatorisch zijn de teams ondergebracht bij de Nijmeegse Instelling voor Maatschappelijk Werk (NIM, inmiddels Sterker sociaal werk). De sociale wijkteams vormen de spil van het Nijmeegse sociale beleid en van de wijkpilots. Het principe van een SWT is dat werkers vanuit verschillende disciplines de zorg- en welzijnstaken in een wijk oppakken, daarbij zelf- en samenredzaamheid van hulpvragers stimuleren en waar nodig verbindingen leggen tussen cliënten en zorg- en hulpinstellingen.
Sinds 1 januari 2015 vervullen de sociale wijkteams daarnaast een functie als toeleider voor alle Wmo-maatwerkvoorzieningen (oude en nieuwe stijl) en voor de individuele jeugdhulpvoorzieningen.
In elk van de wijkteamgebieden is bovendien een “Stip” gevestigd. De Stips zijn steunpunten voor informatie en advies in de wijk, bijvoorbeeld over wonen, inkomen, zorg en opvoeding, wijkactiviteiten en vrijwilligerswerk.
De registratie van de Sociale Wijkteams is ondergebracht in het zogenaamde WIZportaal, in beheer bij Sterker sociaal werk. Van alle casussen worden daarin de gegevens en voortgang vastgelegd. Volgens het bestand per december 2017 zijn sinds de start van de wijkteams ongeveer 26.000 aanmeldingen geregistreerd. Uit de gegevens valt af te leiden dat het daarbij gaat om zo’n 15.000 verschillende unieke personen.
Het wijkteamgebied met het grootste aantal cliënten is Dukenburg (bijna 3000), gevolgd door Oost en Hatert (resp. 2000 en 1800). Een jaar geleden bleek dat het aantal aanmeldingen tussen 2015 en 2016 was gestegen. Tussen 2016 en 2017 is dit opnieuw het geval, voor elke maand en voor alle teamgebieden. Het totaal aantal aanmeldingen in 2016 was bijna 8000, in 2017 bijna 10000.
Dukenburg is het stadsdeel met de grootste aantallen aanmeldingen in 2016 en 2017 (resp. iets minder en iets meer dan 2000).
Uit de aantallen aanmeldingen kan worden afgeleid dat de betekenis van de teams als toegangspoort voor ondersteuning en zorg sterker wordt. Met name geldt dit voor de maatwerkvoorzieningen Wmo (excl. beschermd wonen dat via de GGD gaat) en in mindere mate de jeugdhulp. |
Figuur: 15000 cliënten bekend bij de sociale wijkteams.
Figuur: Aantal aanmeldingen sociale wijkteams per maand.
Figuur: Aantal aanmeldingen sociale wijkteams per wijkteam.
De data over verwijzing en doorverwijzing zijn nog onvolledig of algemeen. De gegevens vanuit het WIZportaal wijzen op grote aantallen aanmeldingen vanuit “instanties” (meer dan 5500 in 2016 en 2017), ongeveer 3000 vanuit de persoon zelf, meer dan 2000 vanuit de Stips en meer dan 2000 vanuit de “I&A-lijn”. Ongeveer 4000 zijn als “overig” gerubriceerd of onbekend. Slechts een relatief klein aantal aanmeldingen bij de sociale wijkteams is geregistreerd als afkomstig van de huisartsen(iets meer dan 500 over 2016 en 2017 samen).
Bekendheid en tevredenheid met de Stips
De bekendheid met Stips en sociale wijkteams onder de bevolking is dit jaar voor het eerste gemeten in de Burgerpeiling. Voor wat betreft de Stips leverde dat de volgende resultaten op:
Figuur: Op de hoogte van Stip in het stadsdeel.
- 19% van de Nijmegenaren is redelijk of goed op de hoogte van het bestaan en de functie van de Stips; 25% heeft er wel van gehoord, maar weet er verder weinig vanaf. Meer dan de helft (56%) is er helemaal niet mee bekend.
- 25% weet waar het Stip voor de buurt, waar men woont, gevestigd is.
- In de aandachtgebieden, uitgezonderd Nieuw-West, en onder personen met een lagere sociaaleconomische status blijkt het bereik van de Stips groter (11 tot 14%) dan gemiddeld (8%).
Van degenen die bekend zijn met de Stips of ervan hebben gehoord geeft zo’n 18% in de Stadspeiling aan de afgelopen twee jaar de Stip wel eens te hebben bezocht of er contact mee te hebben opgenomen. Bij benadering gaat het daarbij om ongeveer 11.500 mensen. Hulp bij het invullen van gemeentelijke formulieren is de belangrijkste reden geweest (22%), gevolgd door hulp bij belastingformulieren (12%), informatie over activiteiten in de wijk en vragen over hulp (beide 10%). Voor het overige zijn de vragen aan de Stips zeer uiteenlopend van aard. Bijna twee derde is in het algemeen tevreden over de ontvangen informatie of het advies van de medewerkers van de Stip (19% zeer tevreden, 45% tevreden); 29% heeft neutraal geantwoord of weet dat niet. Een kleine minderheid is ontevreden (5% ontevreden, 2% zeer ontevreden).
Bekendheid en tevredenheid met de sociale wijkteams
Voor de sociale wijkteams zijn de bevindingen m.b.t. de bekendheid onder de bevolking vergelijkbaar met de Stips:
- 18% van de Nijmegenaren is redelijk of goed op de hoogte van het bestaan en de functie van de sociale wijkteams; 28% heeft er wel van gehoord, maar weet er verder weinig vanaf. Meer dan de helft (54%) is er helemaal niet mee bekend.
- 18% weet waar het sociaal wijkteam voor de buurt, waar men woont, gevestigd is.
- 5% heeft in de afgelopen twee jaar contact met het sociaal wijkteam gehad; 62% is tevreden over de ondersteuning of doorverwijzing die men van het sociaal wijkteam gekregen heeft; 12% is daar ontevreden over.
- In de aandachtgebieden, uitgezonderd Nieuw-West, en onder personen met een lagere sociaaleconomische status is het bereik van de sociale wijkteams groter (7 tot 9%) dan gemiddeld (5%).
Figuur: Op de hoogte van sociaal wijkteam in het stadsdeel.
Binnen de groep respondenten die op de hoogte is van de sociale wijkteams heeft bijna 12% het sociaal wijkteam in de wijk wel eens bezocht of contact gezocht, voor hulp t.b.v. zichzelf, partner, kinderen of iemand anders. Samen gaat het om ruim 7500 personen. Fysieke en psychische gezondheid zijn het vaakst als reden genoemd (elk 20%). Daarnaast is er een scala aan uiteenlopende redenen, zoals financiële problemen, hulp bij verstandelijke beperking, eenzaamheid, gedragsproblemen en opvoeding kinderen. Ook nu is bijna twee derde tevreden met de ondersteuning van het sociaal wijkteam of de verkregen doorverwijzing (16% zeer tevreden, 47% tevreden), een kwart heeft een neutraal oordeel of weet het niet en een iets groter deel dan bij de Stips is ontevreden (8% ontevreden, 4% zeer ontevreden).