Van onderwijs en leerlingen wordt kwaliteit op meerdere fronten verwacht: kwaliteit op cognitief gebied (kunnen leerlingen goed lezen, schrijven, rekenen, informatie verwerken) maar ook op sociaal gebied (zijn leerlingen zelfstandig, ondernemend, creatief). Voor lang niet al deze kwaliteiten zijn goede gegevens beschikbaar.
Sterke samenhang tussen startkans en resultaten leerling
Als leerlingen een lage startkans hebben (d.w.z. dat hun ouders een zeer laag opleidingsniveau hebben) scoren zij doorgaans lager op eindtoetsen in het basisonderwijs en krijgen zij een lager advies voor het voortgezet onderwijs.
In de figuur is te zien dat op de Nijmeegse scholen die minder dan 5% leerlingen met een lage startkans hebben het aandeel dat een advies op minstens havo-niveau krijgt meestal tussen de 68 en 80% ligt. Bij hogere aandelen kinderen met een lage startkans zakt het aandeel dat een havo- of VWO-advies krijgt.
Figuur: Nijmeegse basisscholen naar % gewichtsleerlingen en % in groep 8 dat advies op minstens havo-niveau krijgt, schooljaar 2016/2017. bron: DUO.
Het aandeel kinderen dat in Nijmegen een advies op havo/vwo-niveau krijgt ligt doorgaans boven het Nederlandse percentage.
| Nijmegen | Nederland |
---|---|---|
2013/2014 | 50,9% | 46,7% |
2014/2015 | 46,7% | 45,2% |
2015/2016 | 49,3% | 46,5% |
2016/2017 | 55,7% | 49,3% |
Figuur: Schooladvies in het basisonderwijs, Nijmegen en Nederland, schooljaar 2013/2014 tot 2016/2017. Bron: DUO/OOD.
Zwakke en excellente scholen
De onderwijsinspectie beoordeelt doorlopend alle scholen in Nederland op een aantal facetten, waaronder leeropbrengst, maar ook bijv. leerstofaanbod, schoolklimaat en zorg. Scholen die daarbij als (zeer) zwak uit de bus komen krijgen extra toezicht.
Begin 2018 heeft één Nijmeegse school het predicaat "zwak" (de basisschool Prins Maurits, sinds november 2016) en één school het predicaat "zeer zwak" (Montessori Dukenburg, sinds februari 2018). Drie andere scholen die een jaar geleden nog het predicaat “zwak” hadden hebben inmiddels de kwalificatie “voldoende” (twee locaties van de school voor speciaal onderwijs Kristallis) of krijgen op dit moment geen oordeel (VMBO B/K Montessori College).
Het Ministerie van Onderwijs heeft sinds enkele jaren een programma "Excellente scholen" waarin niet gekeken wordt welke scholen onvoldoende zijn, maar dat juist insteekt vanaf de andere kant: welke scholen leveren extra hoge kwaliteit. Scholen kunnen zichzelf aanmelden voor een beoordeling in dit programma. Als een school als “excellent” wordt beoordeeld dan krijgt ze een predicaat dat 3 jaar geldig is.
Vijf van de Nijmeegse VO-scholen (Kandinsky, Stedelijk Gym, Helicon, SSGN en Mondial) hebben, voor 1 of meer van hun afdelingen, een in het schooljaar 2017/2018 geldig predicaat "excellent". Bij elkaar gaat het om 11 predicaten, waarmee de Nijmeegse middelbare scholen een heel groot aandeel hebben in de in totaal 141 predicaten die in het Nederlandse middelbaar onderwijs zijn toegekend.
In januari 2018 heeft ook de school voor speciaal basisonderwijs SBO de Windroos (locatie Lindenholt) een predicaat “excellent” gekregen.
Veel VO-leerlingen op havo/VWO-niveau
Het niveau waarop vo-leerlingen onderwijs volgen is het beste te zien in het derde leerjaar. Voor die tijd zitten veel leerlingen vaak in nog niet naar niveau opgedeelde brugklassen, na het vierde leerjaar is het vmbo al afgelopen.
Ongeveer de helft van de Nijmeegse VO-leerlingen in het derde leerjaar volgt onderwijs op havo/vwo-niveau. Dat is veel hoger dan gemiddeld in Nederland, waar dit aandeel 45% is.
De aandelen vmbo-t-ers in Nijmegen en Nederland zijn ongeveer gelijk. Met name in de lagere vmbo-niveaus zijn er in Nijmegen minder deelnemers dan in Nederland.
Figuur: Leerlingen 3e leerjaar vo, naar niveau. Bron: CBS en DUO/leerplicht, schooljaar 16/17.
Aandeel havo/VWO varieert van wijk tot wijk van 30 tot 80%
Gemiddelde genomen gaat ongeveer de helft van de Nijmeegse leerlingen in de 3e klas van het voortgezet onderwijs naar de havo of het VWO. Tussen de Nijmeegse wijken zijn er echter grote verschillen.
Figuur: Aandeel havo/VWO-leerlingen in 3e leerjaar, gemiddelde 15/16 en 16/17, bron: Leerplicht
- In de veel wijken in Dukenburg, Lindenholt, Oud- en Nieuw-West en Nijmegen-Zuid gaan relatief weinig leerlingen naar havo/VWO, soms minder dan 35%.
- Aan het andere uiterste veel wijken in Nijmegen-Oost en Midden, waar meer dan 70% van de kinderen havo/VWO bezoekt.
- Nijmegen-Noord, Hees, Weezenhof en een paar wijken in Centrum/Oost nemen een tussenpositie in.
Hoogste slagingspercentage op VMBO
Op het VMBO slaagt rond de 95% van de examenkandidaten. Op het VWO en met name de havo liggen deze percentages lager.
Dit patroon is zowel in Nijmegen als in Nederland als geheel te zien. Tot voor enkele jaren waren de Nijmeegse slaagresultaten op havo en VWO vaak hoger het landelijk gemiddelde, maar dat is de laatste jaren niet meer het geval.
Figuur: Slaagresultaten op Nijmeegse scholen en in Nederland, 2015-2017. Bron: DUO/OOD.
Niveau Nijmeegse mbo-ers stijgt
Van de 3500 Nijmeegse studenten die een MBO-opleiding volgen is het aandeel op niveau 1/Entree (geen startkwalificatie) heel laag, slechts een paar procent. De afgelopen jaren zijn de Nijmegenaren opleidingen op steeds hoger niveau gaan volgen: in 2010 was het aandeel studenten op niveau 4 35%, in 2016/2017 meer dan de helft.
Figuur: Niveau opleiding Nijmeegse mbo-ers. Bron: DUO.
In Nederland als geheel deed zich in deze jaren een vergelijkbare stijging voor.