Voor het eerst in lange tijd daalt het aantal bijstandsuitkeringen in Nijmegen, van ongeveer 8000 in de zomer van 2017 naar 7700 aan het eind van het jaar. Toch zijn er in Nijmegen nog steeds relatief veel mensen met een bijstanduitkering. Onder hen veel alleenstaanden (70%), maar ook 1- en 2-oudergezinnen. In totaal wonen meer dan 3000 Nijmeegse kinderen in een uitkeringsgezin.
Veel manieren om aantal bijstandsuitkeringen te tellen
Het op het eerste gezicht misschien simpele gegeven van het aantal bijstandsuitkeringen kan op veel manieren bepaald worden:
- Tel je alleen uitkeringen P-wet, of reken je ook aanverwante uitkeringen als IOAW, IOAZ en BBZ mee?
- Tel je uitkeringen aan dak- en thuislozen of bewoners van instellingen mee?
- Kijk je naar het aantal uitkeringen op een bepaald moment, of over een bepaalde periode, breng je achteraf correcties aan?
- Tel je alleen uitkeringen tot de AOW-leeftijd of ook uitkeringen aan ouderen?
- Tel je het aantal uitkeringen, of het aantal volwassenen dat van een uitkering afhankelijk is?
In verschillende statistieken en publicaties worden verschillende definities gehanteerd.
Voor Nijmegen geldt dat op 1 januari 2018 er volgens de smalste definitie (alleen P-wet tot AOW-leeftijd, zonder bewoners van instellingen en mensen zonder vast adres) zo’n 6900 bijstandsuitkeringen werden verstrekt. Volgens een bredere definitie (incl. IOAW/IOAZ, incl. bewoners instellingen en adreslozen) zijn dat er 7700. Bij deze 7700 uitkeringen/huishoudens zijn meer dan 8700 volwassenen betrokken.
Figuur: Samenstelling bestand bijstandsuitkeringen tot AOW-leeftijd, 1-1-2018. Bron afdeling Inkomen, gemeente Nijmegen.
In Nijmegen meer bijstandsuitkeringen dan landelijk gemiddeld
In Nijmegen ligt het percentage bijstandsuitkeringen ruim boven het landelijk gemiddelde. Dit is in bijna alle grotere steden het geval. Vergeleken met de andere Nederlandse kennissteden Is het Nijmeegse cijfer licht bovengemiddeld: er zijn er 3 waar het percentage nog hoger is dan in Nijmegen, en 4 die gunstiger scoren.
Figuur: Aantal bijstandsuitkeringen (algemene bijstand tot AOW, zonder IOAW en instellingbewoners/dak- en thuislozen) als % bevolking 20-65. Bron: CBS, jan 2017.
Na top in de zomer daling in laatste halfjaar 2017
Na een daling van het aantal bijstandsuitkeringen in de periode 2006-2010 steeg vanaf 2010 het aantal uitkeringen in Nijmegen gestaag tot juni 2017. Toen bedroeg het aantal uitkeringen, incl. IOAW en tehuizen/instellingen meer dan 7900. Het laatste half jaar van 2017 is er voor het eerst sinds lange tijd een kleine daling in het aantal uitkeringen te zien, tot 7700 aan het eind van het jaar.
Figuur: aantal bijstandsuitkeringen Nijmegen, bron: BUIG-benchmark.
Ook in de meeste andere Nederlandse steden is er sinds 2010 sprake van een toename van het aantal bijstandsuitkeringen. Aan de BUIG-benchmark nemen 4 van de kennissteden deel (Arnhem, Groningen, Enschede en Eindhoven). In onderstaande figuur wordt de ontwikkeling van het aantal bijstandsuitkeringen in die 4 steden vergeleken met die in Nijmegen.
Figuur: ontwikkeling bijstandsuitkeringen Nijmegen en 4 kennissteden, bron: BUIG-benchmark.
Ook in de kennissteden is het aantal uitkeringen flink gestegen, maar minder dan in Nijmegen. Vooral in de jaren 2011 en 2015 steeg het aantal uitkeringen in Nijmegen sterker dan elders.
In- en uitstroom rond een vaste kern
Op 1 januari 2018 werden er in Nijmegen zo'n 7700 bijstandsuitkeringen verstrekt. Een deel van die uitkeringen gaat naar een grote, vaste kern: meer dan 40% van de uitkeringen loopt al langer dan 5 jaar, meer dan 55% langer dan 3 jaar.
Figuur: Bijstandsuitkeringen naar duur uitkering, stand 1-1-2018. Bron: klantbeeld afdeling Inkomen.
Sinds 2010 schommelt de jaarlijkse instroom tussen 2000 en 2300. Na een instroomtop in 2013 zakt het aantal instromers weer en is in 2017 net onder de 2000 gedoken. Juist in de laatste jaren dienden zich nieuwe doelgroepen voor de bijstand aan: veranderingen in de Wajong en huisvestingstaakstellingen voor statushouders zorgen voor extra bijstandskandidaten. Binnen de instroom nemen zulke wat "moeilijkere" kandidaten nu een groter aandeel in.
Ook de jaarlijkse uitstroom schommelt, en is de meeste jaren kleiner dan de instroom. In 2017 is de uitstroom toegenomen tot bijna 2000, en hoger dan de instroom.
Het beëindigen van een uitkering kan verschillende redenen hebben. De afgelopen jaren speelden vooral de volgende oorzaken:
- De belangrijkste reden is het vinden van werk, goed voor, zo'n 45% van de beëindigingen van uitkeringen (incl. mensen die als zelfstandige beginnen).
- Ook verhuizing, naar een andere gemeente in Nederland of naar het buitenland, is een belangrijk reden voor het stopzetten van een uitkering (rond 15%).
- Zo'n 10-15% van de beëindigingen is omdat de betrokkene geen inlichtingen meer geeft of niet verschijnt op afspraken.
- Doorstroom naar AOW of studiefinanciering zijn ieder goed voor ongeveer 5% van de beëindigingen.
Figuur: In- en uitstroom bestand bijstandsuitkeringen. Bron: afdeling Inkomen, bron: bestanden afdeling Inkomen.
Jonge mannen, oudere vrouwen en 1-oudergezinnen
Als je kijkt naar de huishoudensvormen onder de cliënten van de P-wet/bijstandsuitkering dan vallen een aantal zaken op:
- Alleenstaande moeders hebben een groot aandeel in de uitkeringsontvangers: 15%, meer dan 1100 huishoudens.
- De groep jonge alleenstaande mannen (tot 34 jaar) is bijna even groot. Van de jonge alleenstaanden met een uitkering is bijna 70% man.
- Onder de alleenstaande 55+ers (in totaal bijna 1800 huishoudens) zijn er juist meer vrouwen dan mannen.
- 2-oudergezinnen en 2-persoonshuishoudens vormen een minderheid onder de uitkeringsontvangers.
Figuur: Huishoudenssamenstelling cliënten met bijstandsuitkering, 1-1-2018. Bron: klantbeeld afdeling Inkomen.
Kinderen in uitkeringsgezinnen
Meerpersoonshuishoudens vormen een minderheid binnen de huishoudens die van een bijstandsuitkering moeten leven: 70% van de uitkeringen gaat naar alleenstaanden, ruim 20% naar (1- en 2-ouder) gezinnen. Tot deze gezinnen horen 3000-3500 minderjarige kinderen. Dit betekent dat ruim 10% van de Nijmeegse kinderen in een uitkeringsgezin leeft. Dit is een stuk hoger dan in Nederland als geheel, waar 6 tot 7% van de kinderen in een uitkeringsgezin woont. Vergeleken met de kennissteden is het percentage gemiddeld.
Figuur: Aandeel minderjarige kinderen dat in bijstandsgezin woont. Bron: Kinderen in tel.
Huishoudens met bijstand of inkomensondersteuning maken vaak ook gebruik van regelingen op andere gebieden
In het Sociaal Statistisch Bestand 2016 is het gebruik van 18, vooral gemeentelijke, regelingen per huishouden geïnventariseerd. Van de zelfstandig wonende huishoudens in Nijmegen maakt 18% gebruik van een of meer gemeentelijke inkomensregelingen (bijzondere bijstand, kwijtschelding, etc.) en/of heeft een bijstandsuitkering. Deze huishoudens zijn ook veel meer dan gemiddeld te vinden in regelingen op de terreinen zorg (WMO), werk (re-integratietrajecten) of jeugd (leerplicht, VSV, etc.).
Figuur: Welk deel van huishoudens is bekend in regelingen rond jeugd, werk of zorg. Bron: SSB 2016.
In huishoudens met lage inkomens is vaak sprake van ook een stapeling met problemen op andere levensterreinen:
- Ongeveer 1/3 van de huishoudens in inkomensregelingen maakt ook gebruik van zorg, tegenover 15% gemiddeld voor alle huishoudens.
- Ongeveer 15% is te vinden in regelingen rond werk, bij een gemiddelde van minder dan 5%.
- Ook het aandeel in jeugdregelingen (ongeveer 12%) is hoger dan gemiddeld voor alle huishoudens (6%).