Het percentage huishouden met een laag inkomen (onder de lage-inkomensgrens, met kans op armoede) daalt in Nijmegen, naar 12% in 2016. Tegenover deze positieve ontwikkeling staat het gegeven dat dit aandeel nog steeds een stuk hoger is dan in Nederland gemiddeld (8%). Bovendien neemt het aandeel huishoudens dat langdurig in armoede leeft wel toe. De Nijmegenaren zelf tonen zich in de Burgerpeiling positief over hun financiële situatie: maar 7% noemt die slecht, meer mensen zien vooruitgang dan achteruitgang.
Besteedbaar inkomen in Nijmegen relatief laag door huishoudenssamenstelling
In Nijmegen zijn er, gekeken naar het besteedbaar inkomen, meer arme en minder rijke huishoudens dan landelijk gemiddeld. Dat is in de onderstaande figuur te zien.
In heel Nederland heeft, logischerwijze, 20% van de huishoudens een besteedbaar inkomen waarmee ze tot de armste 20% van Nederland behoort ( tot 18.500 euro). In Nijmegen valt meer dan een kwart van de huishoudens in deze inkomensklasse.
Aan de bovenkant van de inkomensverdeling zie je dat ongeveer 16% een van Nijmeegse huishoudens een inkomen heeft waarmee ze tot de rijkste 20% van Nederland behoort. In absolute cijfers gaat het dan om zo'n 12.000 huishoudens.
Figuur: Besteedbaar inkomen van huishoudens (inkomen na betaling van belasting, premies sociale en ziektekostenverzekering en inkomensoverdracht), naar Nederlandse 20% klasse. Bron: RIO 2014.
De ongunstigere inkomenspositie in Nijmegen is deels te verklaren vanuit de samenstelling van huishoudens en bevolking: het besteedbaar inkomen van meerpersoonshuishoudens is 2 tot 3 keer zo hoog als dat van alleenstaanden. Dit geldt zowel voor Nederland als geheel als voor Nijmegen. En omdat er in Nijmegen meer alleenstaanden wonen dan gemiddeld in Nederland is het gemiddelde huishoudensinkomen er lager.
Figuur: Gemiddeld besteedbaar inkomen (*1000 euro) per huishoudenstype. Bron RIO 2014.
Maar ook per huishoudenstype gekeken is het besteedbaar inkomen in Nijmegen meestal een fractie lager dan in Nederland. Rekening houdend met de huishoudensverdeling in Nijmegen (standaardisatie) ligt het inkomensniveau hier zo'n 5% onder het landelijke niveau.
Houd je geen rekening met de verschillen in huishoudenssamenstelling dan is het verschil groter (10%).
Aandeel huishoudens met laag inkomen daalt, wel meer langdurige armoede
In de Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek houdt het CBS onder andere bij hoeveel huishoudens een laag inkomen hebben (inkomen onder de lage-inkomensgrens, met kans op armoede; afgeleid van bijstandsniveau 1979, geïndexeerd), en voor hoeveel van deze huishoudens dat langdurig het geval is. In Nijmegen had in 2016 12,4% van de huishoudens zo’n laag inkomen, ruim boven het landelijk gemiddelde van 8,2%. Het aandeel is na een piek in 2013 de laatste jaren wat gedaald, zowel in Nijmegen als in Nederland.
Ongeveer de helft van de huishoudens met een laag inkomen zit al langdurig in deze situatie. En in tegenstelling tot de daling van het totaal aantal huishoudens met een laag inkomen neemt het aandeel met langdurig een laag inkomen de laatste jaren wel toe.
Figuur: Aandeel met een (langdurig) laag inkomen. bron: CBS IIV-statistiek.
Hoewel het aandeel huishoudens met een laag inkomen in Nijmegen veel hoger is dan het landelijk gemiddelde is het wel vrij vergelijkbaar met dat in de kennissteden: veel grotere steden kennen een vergelijkbaar inkomensniveau.
In volgorde gezien staat Nijmegen op de 9e plaats wanneer je alle 400 Nederlandse gemeenten bekijkt.
gemeente | % lage inkomens | rangnummer |
---|---|---|
Groningen | 14,7 | 2 |
Arnhem | 13,6 | 5 |
Enschede | 12,5 | 8 |
Nijmegen | 12,4 | 9 |
Maastricht | 11,2 | 12 |
Tilburg | 10,1 | 20 |
Eindhoven | 9,9 | 22 |
Leiden | 9,5 | 29 |
Figuur: Aandeel lage inkomens in Nijmegen en overige kennissteden. Bron CBS IIV-statistiek.
Voor 2018 verwachten CBS en SCP dat landelijk het aandeel huishoudens met een laag inkomen nog iets verder zal dalen, tot 7,9%.
Alleenstaanden en 1-oudergezinnen hebben relatief vaak een laag inkomen
De Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek van het CBS biedt geen verder inzicht in kenmerken van de huishoudens met een laag inkomen. Dat is wel te vinden in het Regionaal Inkomens Onderzoek, dat met iets andere inkomensgrenzen werkt en de inkomenssituatie op 1-1-2015 (belastingaangiften 2014) beschrijft.
Van alle Nijmeegse huishoudens (exclusief studenten) heeft 18%, 12.800 huishoudens, een inkomen tot maximaal 110% van het sociaal minimum, waarbij het sociaal minimum vergelijkbaar is met bijstandsniveau.
| 1-1-2015 |
|
---|---|---|
| aantal | als % doelpopulatie |
huishoudens | 12800 | 17,7% |
personen | 20000 | 13,9% |
minderjarige kinderen | 4000 | 14,6% |
alleenstaand | 8610 | 27,3% |
stel | 1240 | 6,6% |
1-ouder | 1870 | 35,2% |
2-ouder | 910 | 5,9% |
overig | 130 | 11,5% |
tot 25 | 600 | 35,8% |
25-45 | 4300 | 16,2% |
45-65 | 4800 | 17,8% |
65+ | 3100 | 18,1% |
Figuur: Aantal huishoudens (exclusief studenten) en personen met een inkomen tot 110% van het sociaal minimum, 1-1-2015. Bron: RIO 2014.
Onder 1-oudergezinnen is het aandeel met zo'n laag inkomen het grootst: meer dan een derde van deze huishoudens zit onder de 110% grens. In absolute cijfers zijn het vooral alleenstaanden die de samenstelling van deze inkomensgroep bepalen: meer dan 8000 huishoudens. Ook relatief zijn er onder de alleenstaanden veel met een laag inkomen: meer dan een kwart.
Naar leeftijd bekeken valt op dat het aandeel lage inkomens bij jongeren hoog is. Omdat er echter maar weinig niet-studentenhuishoudens onder 25 jaar zijn is het absolute aantal niet zo hoog (600). In de andere leeftijdsgroepen ontlopen de percentages die een laag inkomen hebben elkaar niet veel.
Van wijk tot wijk zijn er in Nijmegen flinke inkomensverschillen. In Hazenkamp is het aandeel inkomens tot 110% het laagst, 5%. Maar ook in de wijken Hunnerberg, Heyendaal, Oosterhout en Lent heeft minder dan 10% zo'n inkomen. Daartegenover staan wijken waar 20 tot 30% van de huishoudens zo'n laag inkomen heeft: vooral in Dukenburg, Nijmegen-West en Hatert.
Figuur Aandeel huishoudens (excl. studenten) met inkomen tot 110% sociaal minimum. Bron: RIO 2014.
Nijmegenaren zijn in 2017 positiever over hun financiële situatie
In de Burgerpeiling 2017 hebben de inwoners van Nijmegen aangegeven hoe zij hun inkomen ervaren: vinden ze het hoog of laag, is hun financiële situatie goed of slecht?
Figuur: Waardering financiële situatie door Nijmeegse huishoudens, naar zelf getypeerde inkomensklasse. Bron: Burgerpeiling 2017.
In totaal vindt 7% van de ruim 70.000 Nijmeegse zelfstandig huishoudens dat hun financiële situatie slecht is. Dat gebeurt natuurlijk vooral bij huishoudens die een laag inkomen hebben. Zo'n 20.000 van de huishoudens vindt zichzelf tot de lagere inkomensgroepen behoren. Voor 20% van hen geldt dat zij hun financiële situatie als "slecht" typeren. De rest, zo'n 16.000 huishoudens, kan zich ondanks het lage inkomen redelijk tot goed redden. Onder huishoudens met een gemiddeld inkomen is er nog een kleine groep die zegt in een slechte financiële situatie te verkeren.
De laatste jaren zijn de Nijmeegse huishoudens steeds positiever over hun financiële situatie gaan oordelen. In 2013, nog volop in de crisis, vond bijna 40% van de huishoudens dat hun financiële situatie er de twee voorgaande jaren op achteruitgegaan was. Dat aandeel is flink gezakt: via een kwart in 2015 naar 20% in 2017. Bovendien is in 2017 de groep die zegt erop vooruit te zijn gegaan groter dan de groep die een inkomensverslechtering ervaart. Ook het aandeel huishoudens dat vindt dat hun financiële situatie slecht is (in 2017 7%) is de laatste jaren gedaald, van 11% in 2013 en 9% in 2015.
Figuur: Beoordeling financiële situatie Bron: Burgerpeiling 2013-2017.