Veel Nijmegenaren ondersteunen het streven naar een duurzame stad en tonen bereidheid hieraan mee te werken:
- Zo staan zij in het algemeen positief ten aanzien van het hergebruik van materialen, en werken mee aan de aparte inzameling van diverse soorten huishoudelijk afval.
- Het hergebruikpercentage neemt toe (70%) en Nijmegen behoort tot de steden met de minste hoeveelheid restafval per inwoner.
Houding en gedrag rond hergebruik en afval
Hergebruik van afvalstromen betekent het uitsparen van nieuwe grondstoffen, energiebesparing en kostenbesparingen:
- Nijmegenaren hebben over het algemeen een positieve basishouding ten aanzien van het hergebruik van materialen.
- Er is ook draagvlak om zo nodig een hogere prijs te betalen.
Figuur: Koopgedrag: houding en gedrag ten aanzien van hergebruik materialen (in procenten). Bron: Peiling Duurzaamheid en Milieu, Stadspanel 2013 en 2017.
Hoe denken Nijmegenaren over afval en hergebruik?
- Een ruime meerderheid van de Nijmeegse stadspanelleden koopt lang meegaande artikelen omdat dit beter is voor het milieu.
- Minimaal een derde deel kiest regelmatig of vaak voor artikelen van gebruikt materiaal, aankoop van tweedehands spullen en klusmaterialen met milieukeurmerk.
- Ongeveer 1 op de 10 laat consequent spullen repareren.
- Ruim de helft van de panelleden (51% in 2017) is bereid zo nodig meer te betalen voor milieuvriendelijke gemaakte producten, d.w.z. producten waarbij minder energie en minder grondstoffen worden verbruikt (17% is hiertoe niet bereid).
De positieve houding ten aanzien van hergebruik van materialen komt ook tot uitdrukking in de manier waarop Nijmegenaren met huishoudelijk afval omgaan:
- Panelleden geven in grote meerderheid te kennen dat ze glas, plastic en oud papier gescheiden inleveren.
- Ook bouwafval en gft-afval worden naar eigen zeggen goed ingeleverd.
- Het zelf maken van compost van groenafval komt in beperkte mate voor (13% in 2017). Uiteraard spelen de aanwezigheid van een tuin en voldoende groenafval hierbij een rol.
Figuur: Inlevergedrag huishoudelijk afval (in procenten). Bron: Peiling Duurzaamheid en Milieu, Stadspanel 2013 en 2017.
Minder huishoudelijk afval, meer hergebruik
Waarom minder afval? Dit is de kern:
- De hoeveelheid huishoudelijk afval (ingezameld in Nijmegen) is gedaald van 77.600 ton in 2009 naar 65.900 ton in 2016 (minus 15%).
- De daling zit in de hoeveelheid restafval, via de Nijmeegse groene zak, maar vooral in de categorie grof restafval. Ook landelijk is deze afname te zien.
- Het hergebruikpercentage in Nijmegen aan de bron (ingezameld, gebracht): 69%.
- Het hergebruikpercentage inclusief nascheiding is de laatste jaren gestegen naar 73%. Vooral ook door nascheiding van grof restafval en bouw- en sloopafval.
- Het hergebruikpercentage van huishoudelijk afval is in Nijmegen in vergelijking met het landelijke beeld hoog. Landelijk ligt het hergebruikpercentage in 2016 gemiddeld op 54% (bron: compendiumvoordeleefomgeving.nl).
Figuur: Huishoudelijk afval: totaal ingezameld (kg), herbruikbaar (kg) en hergebruikpercentage. Bron: DAR Milieudiensten N.V.
In onderstaande figuur zijn Nijmeegse inzamelresultaten te zien (de ‘afvalfracties’):
- Nog steeds gaat naar verhouding een grote hoeveelheid huishoudelijk afval in de groene zak, maar de hoeveelheid neemt duidelijk af. Dit mede door de aparte inzameling van verpakkingen van plastic, blik en drankkarton.
- De inzameling van gft-afval, oud papier en glas is al langere tijd stabiel, de kilogrammen plastic nemen behoorlijk toe.
Figuur: Ingezamelde hoeveelheid huishoudelijk afval: hergebruik en restafval (x1000kg). Bron: DAR Milieudiensten N.V.
De totale hoeveelheid afval per inwoner ligt in Nijmegen lager dan in enkele andere vergelijkbare steden:
- Samen met Groningen, Leiden en Maastricht behoort Nijmegen tot de gemeenten met de kleinste hoeveelheden afval die per inwoner worden ingeleverd.
- Ook het aandeel (niet herbruikbaar) restafval daarbinnen is in onze stad relatief laag.
- Nijmegen scoort dus gunstig als het gaat om de hoeveelheid restafval per inwoner.
Figuur: Hoeveelheid afval per inwoner: Stedenvergelijking 2016. Bron: CBS, Statline.
Cijfers Eindhoven en Enschede uit 2015.